Als de rook om ons hoofd (verder) verdwijnt

Vrijdag 31 mei vindt de Internationale Anti-Tabaksdag plaats. Dan staat de Wereldgezondheidsorganisatie stil bij de gevaren van roken. Tabak kost elk jaar zeven miljoen mensenlevens, de slachtoffers zijn zes miljoen actieve rokers en bijna een miljoen (onvrijwillige) meerokers. Ondanks de enorme gezondheidsschade stoppen velen niet met roken en grijpen nog te veel jongeren naar de sigaret. Hoe komt dat? En wat kunnen we doen om het rookcijfer verder af te bouwen? We vroegen het aan een paar van onze experts.

Stefaan Hendrickx werkt als tabaksexpert voor het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat de Vlaming op een toegankelijke manier wil helpen om gezond te leven in een gezonde omgeving.  

Wat doet tabak met een mens? Hendrickx: “De gevolgen voor de gezondheid zijn erg groot. Tabak doodt de helft van de rokers en wereldwijd is het de belangrijkste vermijdbare oorzaak van (chronische) ziekten en overlijdens. Daardoor kan je tabak met geen enkel ander legaal product vergelijken. In Vlaanderen sterven jaarlijks 7.800 mensen door tabak. Dat komt neer op 21 personen per dag.”  

Waarom is het zo moeilijk om te stoppen met roken? Hendrickx: “Roken is veel meer dan een slechte gewoonte, het is een verslaving. Daarom is stoppen met roken zo lastig. Je moet breken met een hardnekkige verslaving, met afhankelijkheid, gewenning en je krijgt onthoudingsverschijnselen. Bovendien is het een complexe verslaving. Je hebt de lichamelijke en psychologische component, maar ook de macht van de gewoonte of het ritueel van het roken speelt een rol.”  

Roken is ongezond. Dat horen we al jaren, maar hoeveel procent van de Vlamingen rookt nog anno 2019? Hendrickx: “Volgens de laatste rookenquête van de Stichting tegen Kanker rookt vandaag nog bijna 1 op de 5 Vlamingen. Dat zijn er nog veel te veel.”   

Hoe evolueerde dat cijfer doorheen de jaren? Zie je verschuivingen? Hendrickx: “De rookcijfers dalen, maar te traag. Ik zie twee grote verschuivingen. Eerst en vooral roken vandaag vooral nog laaggeschoolden en kwetsbare groepen. Maar tegelijk evolueerde roken op enkele decennia tijd van iets  redelijk normaals naar iets onwenselijks. Veel overblijvende rokers voelen zich vandaag paria's. Daarom is het belangrijk om rokers te helpen en hen niet te stigmatiseren. Onze strijd is er een tegen de sigaret en de tabaksindustrie, niet tegen de roker.”   

Wat doet Gezond Leven om het aantal rokers terug te dringen? Hendrickx: “We zetten in op de drie pijlers van elk tabaksbeleid. We zorgen dat jongeren niet beginnen roken, we stimuleren en creëren rookvrije omgevingen en we zetten in op een rookstop. Gezond leven probeert het tabaksgebruik terug te dringen met een goed tabaksbeleid in de gemeenten, op het werk, in scholen, in zorginstellingen en eender waar rokers aanwezig zijn. Dat is één aanpak, waarbij we steeds pleiten voor een mix van strategieën (en projecten). We focussen ook specifiek op moeilijk bereikbare doelgroepen en leggen verbanden tussen tabak en andere thema's. Zo bestaat er een grote link tussen tabak en mentale veerkracht, of toch het gebrek daaraan. Het is ook nodig om te focussen op macromaatregelen: de lage drempel naar tabak verhogen.” 

Welke preventieve maatregelen werken het best? Hendrickx: “Preventie is slechts één pijler van de aanpak om roken te stoppen. Als het over tabakspreventie gaat, dan hebben we het vooral over jongeren omdat 80% van de rokers begint vóór 18 jaar. Wat werkt het best om jongeren van de sigaret te houden? In de eerste plaats de drempel naar het product zo hoog mogelijk maken door hoge prijzen, een reclame- en uitstalverbod, neutrale standaardverpakkingen, weinig verkooppunten... In ons land is die drempel veel te laag. Daarnaast hebben we nood aan jongerencampagnes en een aanpak via de scholen, zoals ons gloednieuwe scholenproject 'Bullshit Free Generation'. Het kernbegrip in de aanpak is altijd denormalisatie: een andere norm creëren rond tabaksgebruik, zodat jongeren zelf niet meer willen starten met roken.” ● 

Katrien Nauwelaerts is een lactatiekundige die jonge ouders en professionals adviseert over onder meer borstvoeding. 

Welke impact heeft roken op de kwaliteit van de borstmelk? Nauwelaerts: “Baby’s van wie de ouders roken, hebben een verhoogd gezondheidsrisico. Gelukkig krijgt de baby met de moedermelk ook antistoffen binnen die hem beschermen tegen de schadelijke stoffen van tabak en nicotine. Pasgeborenen hebben dus extra behoefte aan borstvoeding als iemand in het gezin rookt!” 

Dus als je borstvoeding geeft, valt het al bij al mee? Nauwelaerts: “Neen, toch niet. Nicotine in de moedermelk kan een baby onrustig maken of ervoor zorgen dat de baby onvoldoende aankomt in gewicht, want roken verlaagt de prolactinespiegel, het hormoon dat verantwoordelijk is voor de melkproductie. Roken kan daarnaast ook een negatieve invloed hebben op het toeschieten van de melk omdat nicotine vaatvernauwend werkt. Sommige baby’s krijgen bovendien last van krampen, diarree, braken en overmatig huilen.”  

Geldt dat ook voor baby’s die passief meeroken? Nauwelaerts: “Passief roken is heel schadelijk voor een baby. Het kan ademhalingsproblemen en luchtweginfecties veroorzaken. Toch moet ik het een klein beetje nuanceren. Een borstgevoede baby met rokende gezinsleden loopt nog altijd minder risico op een luchtweginfectie dan een baby van rokende ouders die kunstvoeding krijgt.”  

Hoe krijg je jonge moeders van de sigaret? Nauwelaerts: “Stoppen met roken is niet gemakkelijk. Zeker niet met een baby in de buurt. De zorg voor de baby, slaaptekort, extra taken en het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen zorg en aandacht voor alle gezinsleden kunnen veel stress veroorzaken bij jonge ouders.” 

Hoe pak je het aan als de mama of een van de gezinsleden niet volledig stopt met roken? Nauwelaerts: “Ik raad hen aan om het roken zoveel mogelijk te minderen en zeker niet binnenshuis of in de buurt van de baby te roken. Een borstvoedende mama rookt best enkel onmiddellijk na het voeden omdat nicotine anderhalf tot twee uur nodig heeft om te verdwijnen uit de moedermelk. Bovendien stel ik voor om nicotinepleisters te gebruiken. De nicotine uit die pleisters gaat minder snel over in de moedermelk dan de nicotine uit sigarettenrook.”