De moeder van de democratie

Half oktober kiezen we onze vertegenwoordigers in de gemeente- en provincieraden. In Antwerpen komen daar zelfs nog de districtsraden bovenop. Het ideale moment om even stil te staan bij het belang ervan, de samenstelling van de lijsten en de impact van fake news op onze kiesintenties. Onze experts beantwoorden die vragen.

potlood en stembiljet

Eline Severs is docent politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Ze onderzoekt wat het betekent om burgers goed te vertegenwoordigen en besteedt daarbij, in het bijzonder, aandacht aan de verwachtingen van burgers tegenover de politiek.

We horen vaak dat het lokale niveau nog maar weinig betekenis heeft voor de burger. Klopt die stelling?

“Onze toegenomen mobiliteit maakt dat onze gemeente of stad niet langer de exclusieve plek is voor werken, studeren of ontspannen. Daardoor identificeren we ons niet langer op een éénduidige manier met ‘onze’ stad of gemeente,” geeft Eline Severs toe. “Daartegenover staat dat lokale besturen over uitgebreide bevoegdheden beschikken. Dankzij de recente hervormingen van de gemeentewetgeving kunnen ze die op een meer professionele manier uitoefenen (schaalvergroting dankzij fusies) en de band met de burger opnieuw aanhalen (initiatieven voor burgerparticipatie). Het lokaal bestuur vormt nog steeds het eerste niveau van politieke betrokkenheid, de plek waar de burger het verschil kan maken. Dat inzicht neemt toe bij burgers en politici. We kunnen dat afleiden uit bijvoorbeeld het belangrijke aantal niet-partijgebonden burgerlijsten die bij de lokale verkiezingen opkomen, het toenemende aantal participatieve processen bij lokale besluitvorming en de hoge deelname aan lokale initiatieven, zoals de curieuzeneuzen of het inrichten van autovrije schoolstraten.”

We mogen het dus niet zo somber bekijken. Een snelle blik op de gemeentelijke verkiezingslijsten leert dat het aantal kandidaten met een migratieachtergrond in opmars is. Bevordert dat de gelijke kansen?

"Kranten maken gretig gewag van de strijd om de ‘allochtone stem’ en het strategisch inzetten van ‘allochtone stemmentrekkers’. Dit versterkt het idee dat partijen hen voor puur electorale doeleinden ronselen en dat ze slechts in beperkte mate kunnen wegen op het beleid. Deze kritiek komt echter niet zomaar uit de lucht vallen. Politici met een migratieachtergrond doorlopen vaak een atypische politieke carrière. Ze zetelen vaker in het parlementaire halfrond zonder lokale bestuurservaring. Hun beperktere ervaring met de regels en hun beperkte toegang tot (informele) netwerken verklaren ten dele waarom ze dikwijls al na één legislatuur de politiek verlaten. Net daarom is het goed dat steeds meer kandidaten met een migratieachtergrond aantreden bij lokale verkiezingen. Lokale beleidservaring versterkt hun positie binnen hun respectievelijke partijen en laat hen toe sterker te wegen op het beleid, uitgetekend door deze partijen. Dat ze niet enkel nog op linkse lijsten staan, bewijst verder hun politieke emancipatie.”

Sarah Van Leuven is professor aan de vakgroep communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent (UGent) en Directeur van de onderzoeksgroep Center for Journalism Studies. Ze bestudeert vooral de transformaties die het journalistieke landschap ondergaat door technologische innovaties zoals sociale media.

Nu we met zijn allen komende zondag naar het stemhokje trekken, is het nuttig om nog eens stil te staan bij de rol van de sociale media. Hebben ze impact op ons kiesgedrag? 

“Nog meer dan bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2012, kunnen we ons vandaag die vraag stellen,” bevestigt Sarah Van Leuven. “Maar het is moeilijk om uitspraken te doen over media-effecten. Wat wel duidelijk is, is dat we niet alle sociale media zoals Twitter, Facebook, Instagram of Snapchat zomaar over dezelfde kam kunnen scheren. Voor partijen is vandaag vooral Facebook een belangrijk platform om zowel de achterban als potentiële nieuwe kiezers te bereiken. Niet alleen via berichten op de eigen tijdlijn, maar ook met ‘targeted advertising’ of gerichte, gesponsorde reclameboodschappen die we ongetwijfeld allemaal al in onze eigen nieuwsoverzichten zagen verschijnen. Veel politici zijn ook heel actief op Twitter, maar dat beschouwen zij eigenlijk vooral als een kanaal om met andere politici en journalisten contact te houden. Tweets hebben namelijk vooral impact wanneer de klassieke nieuwsmedia (kranten, radio en televisie) ze oppikken en zo als megafoon functioneren.”

Sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 maken we ons nochtans wereldwijd en ook bij ons in Vlaanderen zorgen over de mogelijke impact van fake news op de verkiezingsresultaten.

“Klopt, maar fake news is eigenlijk een term die de lading niet altijd dekt. Het is van alle tijden dat politici feiten rooskleuriger voorstellen in verkiezingsperiodes om er zelf beter uit te komen. Of ze lanceren geruchten om tegenkandidaten in een slecht daglicht te plaatsen. Journalisten spelen hier een cruciale rol om uitspraken van politici niet zomaar voor waar aan te nemen en eerst altijd grondig te checken alvorens ze in het nieuws op te nemen. Het is geen goede journalistiek om de uitspraken van twee kemphanen gewoon tegenover elkaar te plaatsen in een stuk, maar wel om uit te zoeken wat de kiezer daar nu eigenlijk moet van geloven en welke informatie nuttig is in het stemhokje.”